IGJ: afspraken over inzet technologie in nachtzorg beter vastleggen

ma 10 maart 2025 - 10:30
Technologie
Nieuws

Zorgaanbieders moeten de juiste randvoorwaarden realiseren bij het gebruik van technologie in de nachtzorg voor gehandicapten. Dat stelt de IGJ (Inspectie Gezondheidszorg & Jeugd) in een recent rapport na een reeks verkennende bezoeken bij instellingen in de gehandicaptenzorg. Zo moeten er goede afspraken gemaakt worden over de inzet van technologie zoals uitluistersystemen, cameratoezicht en sensoren.

De inspectie analyseerde incidenten in de periode van 1 januari 2020 tot en met 1 augustus 2023 waarbij technologie bij zorgaanbieders in de gehandicaptenzorg een rol speelde. Daarna bezocht de inspectie als steekproef 10 aanbieders van zorg aan mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking in de avond en nacht.

Om het gewenste inzicht te krijgen in het gebruik van technologie in de nachtzorg, keek de IGJ vooral naar de veiligheid en persoonsgerichtheid van de inzet van technologie. Verder sprak de inspectie met cliënten, hun vertegenwoordigers, zorgverleners en managers/directie.

Technologie onmisbaar

Zorgaanbieders kunnen volgens de IGJ bijna niet meer zonder technologie in de nachtzorg. De zorg voor mensen met een verstandelijke en/of lichamelijke beperking is zeer divers. In de praktijk zetten zorgaanbieders verschillende soorten technologie in, voor kleine groepen tot groepen van soms honderden cliënten.

De inzet hiervan kent duidelijke voordelen, zoals minder benodigd personeel, sneller ingrijpen bij problemen en minder inbreuk op de nachtrust van cliënten. Er zitten echter ook risico’s, bijvoorbeeld wanneer zorgpersoneel onvoldoende kennis of vaardigheden heeft om met de technologie om te gaan, uitval van technologie of de inzet van technologie die niet past bij de zorgvraag.

Gebrekkig vastleggen

De IGJ benadrukt dat zorgaanbieders de nachtzorg op onderdelen goed georganiseerd hebben. De inspectie maakt zich echter zorgen over hoe weinig zorgaanbieders vastleggen over de nachtzorg. Zo ontbreken afspraken over welke informatie over te dragen. Dit kan voor risico’s zorgen. Zorgaanbieders kunnen door ontbrekende afspraken onvoldoende sturen op de kwaliteit van de nachtzorg. Uit de analyse van incidenten waarbij technologie betrokken was, bleek sturen op kwaliteit ook in de nachtzorg cruciaal te zijn.

Uit het onderzoek van de IGJ kwam verder naar voren dat de uitvoering van de nachtzorg duidelijk verschilt per aanbieder. Zij kan centraal of per locatie zijn. Zo zijn er zorgcentrales die voor een specifiek gebied of woonvoorziening alle monitoring uitvoert. Maar ook zijn er kleinschalige locaties waarbij deze monitoring op locatie gebeurt. Zorgverlener hebben zicht op cliënten door hen regelmatig of op afroep te bezoeken. Dat kan door een (spreekluister)verbinding en/of camera te gebruiken en/of door een slaapwacht in de directe omgeving. Ook gebruiken zorgaanbieders detectiesystemen zoals een deurmatje, deurverklikker of alarmknop.

Diversiteit in overdracht

De overdracht van cliëntinformatie van de dag- naar de nachtdienst gebeurt via verschillende informatiestromen. Voorbeelden zijn mondeling doorbellen of langsgaan, een mail sturen of een notitie in het cliëntdossier of het uitluistersysteem. Sommige zorgaanbieders gebruiken deze werkwijzen naast elkaar.

Cliënten en hun vertegenwoordigers lieten weten aan dat zij inspraak hebben bij de inzet van technologie in de nacht. Zorgaanbieders informeren hen hier adequaat over, aldus de inspectie. Soms vragen vertegenwoordigers de inzet van meer technologie, ook als dat vanwege de kwaliteit van zorg of privacy niet passend is. zorgaanbieders gaan hierover meestal het gesprek aan.

Aandachtspunten

Over het algemeen, concludeert de IGJ, is de inzet van technologie in de nacht passend bij de problematiek en behoeften van cliënten. Zorgaanbieders geven aandacht aan een goede intake, tussentijdse evaluatie van de nachtzorg en de inzet van moderne technologie. Dit betekent dat zorgaanbieders technologie ook tijdelijk kunnen inzetten. Verder volgen zorgaanbieders de relevante regels over de inzet van technologie bij onvrijwillige zorg zorgvuldig. Toch is er wel een aantal aandachtspunten:

  • Zorgaanbieders kunnen risico’s lopen door een veelheid aan informatiestromen tijdens de overdracht. Hierdoor kunnen medewerkers belangrijke signalen missen of kan prioriteren bij calamiteiten lastig zijn.
  • De meeste bezochte aanbieders hebben werkprocessen in de nachtzorg niet vastgelegd. Dit bemoeilijkt verbetering van de kwaliteit van de nachtzorg. Zorgaanbieders hebben geen afspraken over welke informatie relevant is om over te dragen tussen de dag- en nachtzorg.
  • Verouderde apparatuur en software bieden minder mogelijkheden voor persoonsgerichte zorg en individueel maatwerk. Daarnaast kan ontbrekende technische ondersteuning een risico vormen voor de zorg. De inspectie ziet zowel organisaties die hierin al veel verbeteringen hebben aangebracht, maar ook aanbieders met uitdagingen. Waar die nog bestaan, hebben zorgaanbieders wel oplossingen gevonden om met verstoringen om te gaan.
  • Zorgaanbieders zijn voor de nachtzorg afhankelijk van diverse leveranciers. Bijvoorbeeld leveranciers van sensoren, camera’s, elektronische cliëntdossiers en andere digitale oplossingen. Niet alle zorgaanbieders hebben hier voldoende zicht op of bewaken dat partijen hun afspraken nakomen.

De inspectie gaat ervan uit dat zorgaanbieders proactief aan de slag gaan met de aandachtspunten. In het toezicht kan de inspectie ook in de toekomst naar de nachtzorg en de inzet van technologie kijken. Bijvoorbeeld bij meldingen van incidenten waarbij technologie een rol speelde. Dat kan ook bij andere vormen van zorg, zoals de zorg voor ouderen en de geestelijke gezondheidszorg.